Voor de kinderen.

“Wat ertoe doet. Dat zijn de bomen
en de lucht. Een hart dat op de vlucht
besluit om terug te komen.”

Noa heette ze. Ik kan geen datum ontdekken, maar ik schat dat ze een jaar of tien geweest moet zijn. Vervaagde foto’s aan de boom. Ze houdt haar babybroertje vast. Een vrolijke foto met haar tante. “Ik mis je zo, Noa.”

Het ontbreekt aan verse bloemen. De kaarsenhouders staan in een halve cirkel om haar heen. Leeg. Ik stel me voor hoe ze ooit gebrand moeten hebben. Misschien staken ze er allemaal één aan. Misschien deed één ze allemaal. Ik ril ervan.

Wat een liefde. Wat een verdriet.
Wat een liefde.

Dit is geen graf van gisteren. Toch ademt alles hier het leven van een meisje dat eens was. Er hangen windgongen boven haar, die steeds opnieuw mijn aandacht trekken. Er is een regenboog. Er zijn vlinders. Alles is roze, zoals dat past bij een jong meisje. Zelfs de twee vogelhuisjes zijn roze geschilderd. Ze hangen hoog in de boom. “Ik hou oneindig veel van jou!!! staat er, met daaronder: papa. Daarboven hangt het tweede vogelhuisje. Daarop staan twee woorden, die alles zeggen.

Noa.
Mama.

Het kan niet en toch is het zo. Het mag niet en toch is het zo. Zo wordt ze geboren en op een dag beschilder je een vogelhuisje voor je dochters graf.

Wat een verdriet. Wat een liefde.
Wat een verdriet.

Daar sta ik dan. Aan het graf van een meisje dat ik niet ken. Tussen graven van kinderen die de mijne niet zijn. Ik voel me vreemd misplaatst en toch zo pijnlijk thuis. Hier, waar moeders om kinderen huilen. Waar vaders hun machteloosheid op vogelhuisjes schrijven en zich geen raad weten met zoveel verdriet.

Hoe bestaat het. Maar het bestaat.

Is verdriet niets anders dan liefde die geen plek meer heeft?

Er loopt een jonge man het Kinderlaantje in. Hij is nog jong, een dertiger, hooguit. Hij knielt en plukt de takjes van het graf. Hij veegt de blaadjes weg, terwijl hij zacht zijn neus ophaalt.

Over mijn wangen bloedt mijn hart.

Op Vrije Woorden vind je regelmatig stukjes van mijn hand. Zin om me te volgen? Dat kan via de Facebook-pagina van Vrije Woorden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *