Waarom? Waarvoor? Waartoe?

Het is zover:
De rugzak is gepakt. Broodjes en drinken staan klaar. Uit mijn schoenen heb ik de moed geklopt en als een sjaal om mijn hals gedrapeerd. Het staat me beter daar. Mijn jas laat ik aan de kapstok hangen. Ik hoef me niet te beschermen tegen de kou. Vanaf nu wordt het alleen maar warmer.

Deze plek is niet het startpunt van mijn reis. Vanaf het moment dat mijn scheepje crashte op deze planeet zijn er al vele (on)verharde wegen, kruispunten en koerswijzigingen geweest. En nu sta ik hier. Op de drempel van mijn wachthuisje.

Een zachte klop.

Ik pak mijn rugzak en open de deur. Lees verder