De herfst is in de war – hij denkt dat hij de zomer is. We laten hem in die waan en lachen, zacht, want ach, die gekke herfst met zijn malle streken. Hoe aandoenlijk zijn die zomerse vibes. Doe niet zo gek, zeggen we, maar we lachen erbij.
Het klopt natuurlijk van geen kant. Dat weten we wel (willen we niet weten). Het zijn de wanen van een klimaat in verwarring. We moeten het helder blijven zien.
We laten ons zo graag verblinden door de zon.