Eerst wist ik niet dat ze bestond. Dat is een gek gevoel, dat er al die tijd al iemand is van wie je later zult gaan houden. Stel het je eens voor – hoe de toekomstige liefde van je leven op dit moment ergens de vaatwasser inruimt, een kopje thee inschenkt, haar favoriete serie op Netflix kijkt. Misschien zwerft ze doelloos over het internet, van Facebook naar Instagram naar Twitter, zich net zo min bewust van het feit dat jij bestaat.
In mijn geval ruimde ze geen vaatwasser in. Ze zette geen thee en keek geen Netflix. Wel zwierf ze, onbewust van mijn bestaan. Alleen, door de straten van Lesbos. Want daar werd ze gevonden. In een vluchtelingenkamp, tussen de vluchtelingen, vrijwilligers, locals en straathonden. Als ze zichzelf had kunnen redden, hadden ze haar daar gelaten. Maar ze was klein. Kwetsbaar klein. De straat was geen plaats voor een meisje als zij.
Lieve Kara. Lieve kleine vierpootjes. Nog dagelijks draagt ze het leven van de straat met zich mee. Haar gedrag vertelt me hoe het geweest moet zijn. Enerzijds is ze aanhankelijk en enthousiast. Het liefst wil ze eindeloos knuffelen, eindeloos spelen, heel dicht bij je zijn. Maar ze heeft ook die andere kant. Dan schrikt ze van ieder onverwacht geluid, en soms is ze ineens zo bang. Dan kruipt ze bibberend in het verste hoekje dat ze vinden kan. De wereld is zo eng geweest. Is dat echt voorbij?
Ik wilde geen hondje. Om tal van redenen leek het me beter om hondloos door het leven te gaan. Maar het leven heeft zo haar eigen ondoorgrondelijke wegen, en zo kwamen mijn lief en ik bij Kara terecht. Toen ze haar pootjes om mijn been sloeg, wist ik: zij hoort bij ons. Come what may. Come. What. May.
Ze is de liefste, deze kleine vierpootjes. Een zacht, nieuwsgierig, enthousiast knuffelhondje. En ja, ze vraagt ook veel. Zorg. Aandacht. Geduld – vooral heel veel geduld. Zij daagt me uit om al mijn ‘reasons not to’ in de ogen aan te kijken, en te laten verdwijnen in mijn liefde voor haar. Stapjes. Twee vooruit, eentje terug en dan weer twee vooruit. Iedere dag is een uitdaging, maar ze doet haar best. Om de nieuwsgierigheid het van de angst te laten winnen. Om te durven vertrouwen, op ons, op zichzelf, op haar nieuwe leven. Het is niet niks waar ze vandaan komt.
Ze bestond al voordat ik wist dat ze bestond. Maar nu kan ik me niet meer voorstellen dat zij bestaat zonder mij.